* Met de levensloopregeling die 1 januari ingaat kunnen alle werknemers vrijwillig geld sparen voor elke vorm van onbetaald verlof, zoals zorgverlof, sabbatical, verlof voor stervensbegeleiding, ouderschaps- of studieverlof. Werknemers kunnen de spaarregeling ook inzetten om eerder met pensioen te gaan.
Maximaal sparen
De werknemer mag jaarlijks maximaal 12 procent van zijn bruto salaris sparen voor verlof. Het totale spaartegoed mag maximaal 210 procent van het bruto jaarsalaris zijn.
Rechten
Iedereen heeft het wettelijk recht om deel te nemen aan de levensloopregeling en het staat iedereen vrij zelf een aanbieder te kiezen.
Werkgever
De werknemer heeft geen wettelijk recht op het opnemen van het verlof. Dat kan alleen met toestemming van de werkgever. Dit geldt niet voorverlofvormen waar werknemers volgens de wet recht op hebben, zoals het ouderschapsverlof.
Fiscus
Over de inleg die door de werkgever van het bruto loon wordt ingehouden betaalt de werknemer geen belasting en geen vermogens- rendementsheffing. Bij opname van het spaartegoed moet wel belasting worden betaald, maar werknemers krijgen per gespaard jaar een belastingkorting van 183 euro.
Werknemersverzekeringen
De werknemer betaalt over de inleg wel premies voor werknemersverzekeringen. Sparen met de levensloopregeling heeft zo geen gevolgenvoor de hoogte en duur van een eventuele WW- of WAO-uitkering.
Spaarloon of levensloop
Werknemers kunnen niet tegelijkertijd meedoen aan de spaar- en levensloopregeling. De werknemer moet jaarlijks kiezen voor welke regeling ze sparen.
Spaarloon
* Sparen bruto
* Max € 613 (2005)
* Rente
* Geen specifiek doel
* Na 4 jaar vrij of in spec situaties
* Netto betaling
--- Levensloop ---
* Sparen bruto
* Max 12% loon
* Rente en beleggen
* Sparen voor verlof
* Geen min duur saldo
* Bruto uitbetaling, heefingskorting per gespaard jaar (€ 183)